We zijn 12 eeuwen verder…

Het verhaal van de enorme Skat der Vikingen is inmiddels uitgegroeid tot een legendarische sage, een mythe. Twee afstammelingen van Åuwe Tes ontmoeten elkaar op de grens van Teskjavik en Beegdinavië en bekvechten over de skat.

 

Tåmarata Tölrääm, de stoere Skjaldmær uit Teskjavik zegt dat er meerdere verhalen rond gaan maar dat de Skat uiteraard toebehoort aan haar stam. Ze weet zeker dat de skatbryst niet op de bodem van Löngerst Vlieteriös ligt maar hier, op het kleine stukje Teskjavik.

Zij heeft van haar oergrootvader Åuwe Tes een stuk blauwe skatkaart geërfd. Ze zoekt nu alleen nog dappere Noormannen en -meiden die samen met haar gaan zoeken om de grootste skat ooit terug te vinden. Volgens Åuwe Tes heeft de skat nooit Teskjavik verlaten en is alles een mythe.

 

Lårs Zweutveut het stamhoofd van Beegdinavië denkt ook te weten waar hij moet zoeken. Hij vindt dat de Skat terug moet naar zijn stam. Uit de bezittingen van Åuwe Tes heeft ook hij een stuk skatkaart geërfd maar deze is rood en komt niet overeen met die van Tåmarata. Ook Lårs zoekt sterke Vikingen om de skat te gaan zoeken. Volgens zijn mythe is de skatbryst aangespoeld op de duinvlakte van Beegdinavië waar een boerenfamilie hem zou hebben begraven.